Velen van jullie hebben ongetwijfeld de film “The Man Who Went Up a Hill But Came Down a Mountain” met de immer charmante Hugh Grant gezien. In deze film zien we hoe Welshe dorpsbewoners eensgezind hun lokale berg, die officieel een heuvel blijkt, een flink stuk ophogen om ervoor te zorgen dat hij toch als een officiële berg geregistreerd staat. In de laatste scenes gaat de landmeter (Hugh Grant) de heuvel op, wacht even tot de laatste inches toegevoegd zijn, constateert dat de heuvel toch een berg is, en loopt dus vervolgens een berg af. Hence, the man who went up a hill and came down a mountain.
Net als in de film, maar dan andersom
Ik heb dagelijks een soortgelijke ervaring, maar dan precies andersom. Elke ochtend spring ik mijn bed uit om mijn vrolijke viervoeters uit te laten. Vanuit ons huis loop ik dan een aantal weilanden door tot aan een hek waar vandaan ik dan nog even mijmerend voor mij uit staar, terwijl de honden om me heen dartelen. Allemaal heel idyllisch dus. Wij wonen momenteel bovenop een heuvel dus die wandeling door de weilanden gaat hoe dan ook naar beneden. Helemaal niet erg, tot het moment dat je weer naar boven moet.
Want dan gebeurt het! Die heuvel verandert dan heel gemeen in een enorme berg. Zo lichtvoetig als ik naar beneden gedarteld ben, zo moeizaam kon ik weer naar boven. Nu heb ik mijzelf altijd als redelijk getraind mens beschouwd. Ik loop regelmatig hard, wandel en fiets dagelijks, werk in de tuin, et cetera, maar tot nu toe dus vooral in ons platte Nederland. Dan blijkt een flinke en steile heuvel toch wel andere koek. En voel je je als een vrouw die een heuvel af ging en een berg op probeert te komen. Af en toe stop ik even om op adem te komen. Ik heb nu halverwege een gaatje door de omheining gevonden, waarlangs ik het naastgelegen bos in piep. Dat bos gebruik ik even als rustpunt. Ogenschijnlijk sta ik daar dan heel diepzinnig de gebruikelijke levensvragen te overdenken, maar eigenlijk ben ik aan het uitpuffen.
Als Hugh het kan, kan ik het ook
Maar uiteraard laat ik het hier niet bij zitten. Ik ga dagelijks trouw mijn heuvel af en klim mijn berg weer op. Ik heb elke keer minder rustpunten nodig. Vanochtend ben ik alleen nog maar in mijn bos gestopt en had ik nog zoveel adem dat me zelfs opviel dat er een heel mooi hol vlakbij mijn ingang zit. Tegen de tijd dat ik hier weg ga, ren ik vast omhoog! Ondertussen moet ik elke keer als ik daar loop onwillekeurig aan die film denken. Als Hugh het kan, kan ik het ook!
Spreekt dit je aan? Deel deze pagina met je netwerk, zodat mijn werk nog meer mensen bereikt! Bij voorbaat dank…