Inmiddels hebben we het eerste huis hier bezichtigd. Na een flinke rit (Wales is heul groot) waren we er. Een schattig vakwerkhuisje dat hier en daar wat scheef was. Een mooie tuin er omheen met rozenstruiken (yes!) met aan de achterkant een loopbruggetje over een kabbelend stroompje. Pal naast de kerk, met uitzicht op de grafzerken, romantischer kan je het toch niet krijgen? Nou, dat waren niet de gedachten die onze Daniël erbij kreeg. Die kreeg spontaan uitslag bij het idee dat hij in dat huisje zou moeten wonen.
Eenmaal binnen werd die indruk niet beter. Terwijl wij met z’n drietjes langs alle schattige inbouwkastjes met ingewikkeld vormgegeven, duidelijk zéér oude knopjes, liepen te oe- en a-en, zag ik al aan Daan’s gezicht dat dit hem niet ging worden. Ik zei daarom maar tegen de makelaar dat “My husband is having doubts” en dat we er later nog op terug zouden komen. Eenmaal weer buiten, stortte het van de regen. De overbuurman, die ons bij aankomst al goed had bekeken, stond er nog steeds. Ik zei tegen hem met een vriendelijke glimlach “Nasty weather, isn’t it?” Waarop hij ietwat nors antwoordde: “It’s always like this over here.” Ik kreeg sterk de indruk dat hij ons daarmee probeerde duidelijk te maken, dat we beter niet tegenover hem konden komen wonen. Maar dat is een aanname en daar doen we natuurlijk niet aan.
Thuisonderwezen kinderen vind je hier overal
Op de terugweg bleef het met bakken uit de hemel komen. Ik was zeer dankbaar dat ik niet hoefde te sturen, want het waren geen fijne omstandigheden. Onderweg stopten we bij een pub om te eten. De dame achter de bar vroeg ons bij het afrekenen naar onze plannen in Wales, waarop wij aangaven dat we op zoek waren naar een huis. Voor we het wisten werden we naar boven getroond om een grote zolderkamer te bekijken die we eventueel zouden kunnen betrekken als we in het nauw zouden komen. De dieren waren ook welkom en we konden dan gebruik maken van de algemene ruimtes in de pub en de bijbehorende tuin. Verder heeft ze m’n e-mail adres genoteerd om eventuele huizen die ze tegenkwam door te kunnen mailen. Uiteraard hopen we dat we gewoon een fijn huis vinden, want de hele dag in een pub rondhangen is ook niet alles, maar het is tekenend voor de vriendelijkheid van de Welshe medemens.
Dit soort hartelijkheid is hier namelijk eerder regel dan uitzondering. De mensen zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Als ik langs de weg wandel en ik kom iemand tegen, kan ik er donder op zeggen dat ik vervolgens een kwartier sta te kletsen. Enfin, de dame drukte ons op het hart dat we zeker in de buurt van haar woonplaats moesten komen wonen. Daar was het immers het allermooist, alleraardigst, enzovoort. En, zo vertelde ze, er woonden meer thuisgeschoolde kinderen in het dorp. ‘Trouwens,’ meldde ze, ‘die thuisgeschoolde jongen in mijn dorp heeft ook lang haar.’ ‘Ja, weet je,’ zei Daan toen, ‘daar kan je ze aan herkennen!’
Spreekt dit je aan? Deel deze pagina met je netwerk, zodat mijn werk nog meer mensen bereikt! Bij voorbaat dank…